Waaierrijden: wielrennen is teamsport

Waaierrijden: wielrennen is teamsport
Waaierrijden: wielrennen is teamsport

Fiets jij altijd alleen, of ook wel eens met een groep? Ken je de term wieltjes plakker? Als je achter iemand rijdt, word je vaak gezien als profiteur. En ja: je profiteert ook van de inspanning van degene die voor je rijdt. Toch kan er maar één tegelijk op kop rijden. Of een breed peloton naast elkaar; dan is het aantal renners op kop afhankelijk van de breedte van de weg. De rest profiteert ervan.

Op kop om niet te vallen

Velen kiezen voor de koppositie, een plek helemaal achteraan of links of rechts van de groep, uit angst om te vallen.
Die angst is niet gek. Heb je de val gezien uit deze Tour, waarbij William Bonnet tegen het wiel van John Degenkolb reed? Tom Dumoulin knalde over Bonnet heen, waarna achter hem nog zo’n twintig renners over het asfalt schoven, waaronder geletruidrager Fabian Cancellara. Wie het zelf wel eens heeft meegemaakt weet dat zo’n val de angst om achter een ander te rijden weer aanwakkert. Beter door de wind dan vallen!

Goed profiteren

Het is werkelijk een voordeel om achter iemand te rijden. Er is op te trainen om dat goed te doen. Mensen die op latere leeftijd zijn gaan fietsen, hebben er vaak meer moeite mee dan degenen die al van jongs af aan fietsen.
Om het goed te doen, rijd je recht of schuin achter de renner voor je, afhankelijk van waar de wind vandaan komt. Is de wind op kop, dan kun je recht achter deze renner rijden. Hoe dichter op het wiel hoe meer je er van profiteert (zie filmpje).

 

Komt de wind van links, dan zit je meer rechts van het wiel van je voorganger. Bij wind van rechts ga je links van het wiel zitten.

Bundelen van krachten

Als je elkaar op kop afwisselt, profiteert de hele groep bij toerbeurt van de luwte. In een waaier is dat goed te zien: steeds wanneer je van kop af komt en de andere renner van je overneemt, sluit je weer aan in het wiel na enkele renners (afhankelijk van de breedte van de weg). Als je van kop af komt en je wisselt snel, dan kun je meteen weer aansluiten achter de man die van kop af komt. Zo ontstaat er een dubbele waaier.
Waaierrijden is een vak apart. Ik fiets geregeld met een groep mee en merk dat het goed uit te leggen is en tegelijk lastig te begrijpen of uit te voeren. Je moet goed naar elkaar kijken qua tempo en qua conditie. Je kunt elkaar ook stuk rijden als je dat niet goed doet, maar een groep die het waaierrijden beheerst bundelt zijn krachten. Zo is wielrennen echt teamsport. Wel zelf maar niet alleen.

Sportieve groet,

Leo

Voeg een reactie toe

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *