Op welke banden moet ik rijden?

Met een groep klanten bereid ik me voor op de strandrace van 10 januari 2015. Die strandrace is een doel dat ik mezelf heb gesteld, om te bewegen met zorg voor mijn lijf. Doe je mee?

Banden worden onderschat

Al eerder had ik het over de keuze van een goeie fiets om je gestelde doel te bereiken. Maar welke banden leg je om die fiets?

Dat is een belangrijke vraag. Banden kunnen het rijgedrag maken of breken. De wielmaat is belangrijk. Maar ook de breedte van de band, het profiel (en in welke rijrichting) en de druk.

Kies je wielmaat

Bij aanschaf van de fiets bepaal je de wielmaat al. Bij een racefiets is die standaard. ATB-wielen zijn tegenwoordig er in 26″, 27,5″ en 29″. Hoe groter de wielen, hoe kleiner de obstakels.

Jaren reden we 26″. Zo’n 10 jaar geleden waren er al 29″-banden. Ik was daar meteen weg van. Ze lijken op het eerste gezicht minder wendbaar, maar doordat het bracket hoger is en je snelheid hoger kan zijn, en door het bredere draagvlak van de band, heb je meer grip dan met de 26″.

Vrij naar Cruijff: elk voordeel heeft zijn nadeel. Het beste is om zelf te ervaren wat jij zwaarder vindt wegen. Maar met één ritje kun je moeilijk oordelen als je al jaren iets gewend bent. Verschillende terreintypes vragen verschillende keuzes meteen al bij aanschaf van de fiets. Je kunt uitgaan van verhalen van je vrienden, maar misschien ben jij een ander type rijder. Dus durf eens wat anders te testen! Probeer de opties goed uit voordat je je keuze maakt.

1 bar per 10 kilo

Vuistregel: de druk van de band van een racefiets moet 1 bar zijn voor elke 10kg lichaamsgewicht. Met mijn 80 kg rijd ik vaak op 7,5 bar: ietsje minder druk maakt het net iets comfortabeler.

ATB’s rijden vaak met minder snelheid, dus minder luchtweerstand. Daarvoor gelden dus iets andere wetten .

Breed en slap!

Hoe smaller de band, hoe minder luchtweerstand. Dus hoe lichter hij loopt? Niet altijd. Er spelen ook andere factoren, zoals de rolweerstand.

Ik pleit voor bredere banden.

Die hebben vier voordelen boven hard opgepompte smalle banden:

• meer grip door het grotere contactvlak met de weg. Het komt ruwweg op het volgende neer: hoe lager de bandenspanning, hoe meer grip.
• meer comfort
• meer balans, want ballonbanden vangen de balansverstoring beter op als je in de berm rijdt of op ander oneffen terrein. Veel valpartijen worden veroorzaakt door oneffenheden zoals tramrails, steltenplaten, kuilen en hoogteverschil tussen berm en fietspad. ook bij gelijke bandenspanning rollen brede banden beter over richels dan smalle banden door de grotere omtrek van de band.
• prettiger onverhard fietsen. Zelf woon ik op de Veluwe, een fietsparadijs voor de senior met elektrische fiets. Ik zie ze ploeteren op de onverharde paden met te smalle banden. Een elektrische fiets met zachte ballonbanden rolt er moeiteloos overheen. Met een fiets met brede banden vergroot je dus het aantal wegen waarop je prettig kunt fietsen.

Rolt dat niet zwaarder? Nee! Gewone stadsfietsbanden zijn 37 millimeter breed en moeten opgepompt worden tot 4 bar. Brede ballonbanden zoals de Big Apple-banden van Schwalbe (minimaal 50 mm breed) hoeven maar een bandenspanning van 2 à 3 bar te hebben. Juist doordat ze en breed en soepel zijn is de rolweerstand bij lage druk nog acceptabel. En zodra het wegdek slecht is (klinkers bijvoorbeeld) wordt de rolweerstand lager: ze vangen trillingen veel beter op. Bij gelijke constructie en bandenspanning is de rolweerstand van een brede band zelfs iets lager dan van een smalle.

Bredere banden zijn eigenlijk voor alle fietsers een uitkomst. Ze maken ze het fietsen veiliger en comfortabeler.

Wat is jouw ervaring? Met welke druk fiets jij? En welke wielmaat?

Groet,

Leo